Database

Op het tabblad Database wordt de connectie met de hoofddatabase van BPM Server ingesteld. In de database worden alle nagenoeg alle instellingen van BPM Server bewaard, alsmede (optioneel) de gegevens van de gemaakte taken.


Database in gebruik nemen

Om met een database te kunnen werken dient deze in BPM Server Administrator bekend worden gemaakt. Door op de knop Wijzig te klikken, wordt het scherm geopend om de gegevens in te voeren.


Database type

Hier kan een keuze worden gemaakt tussen Firebird en MSSQL Server.

Server

In het veld Server wordt de naam en de instantie van de database ingevuld (in geval van Microsoft SQL Server) of de servernaam waarop de database staat (in geval van Firebird).

Voorbeelden Firebird

localhost

192.168.14.84

db-server01


Voorbeelden Microsoft SQL Server

PC-11980\MSSQL11980

db-server01\SQLEXPRESS

Naam of pad

In dit veld wordt de naam van de database (in geval van Microsoft SQL Server) of het bestandspad naar de database (in geval van Firebird) ingevuld.

Indien bij Database type gekozen is voor Firebird, wordt een knop zichtbaar waarmee naar het bestand van de database kan worden gezocht.

Tekst encodering

Hierin wordt aangegeven in welke encodering de gegevens worden opgeslagen. De encodering bepaalt hoe de karakters (letters, cijfers en overige (on)zichtbare leestekens) in de database worden opgeslagen. Geadviseerd wordt om hier UTF8 in te vullen. Wordt hier niets ingevuld, dan zal de standaard encodering worden gebruikt die is ingesteld voor de database.

Gebruiker

Hier wordt de gebruikersnaam ingevuld waarmee toegang wordt gekregen tot de database. De gebruiker dient in de database server bekend te zijn.

Microsoft SQL Server ondersteund weliswaar dat ook via de Windows inloggegevens toegang wordt verleend aan de database (op basis van een zogenaamde 'trusted relation'), voor BPM Server dient uitdrukkelijk de databasegebruiker gebruikt te worden.

Wachtwoord

Het wachtwoord behorende bij de gebruikersnaam.


Indien alle relevante gegevens zijn ingegeven, kunnen deze opgeslagen worden door op de knop Opslaan te klikken. Indien het opslaan succesvol is, zal de ingestelde database direct in gebruik worden genomen.

Let op

  • Alvorens de database in gebruik kan worden genomen, dient deze op het systeem aanwezig te zijn. Raadpleeg Database instellen voor meer informatie hierover.
  • Om een database in te stellen, dienen alle server processen uit te staan.
  • Indien een tekst encodering wordt gebruikt, waar niet alle, door BPM Server gebruikte, karakters worden ondersteund, zal dit voor de ingebruikname van de database door BPM Server worden gemeld.

Importeren versie 5 database

BPM Server biedt de mogelijkheid om een database uit BPM Server 5.3 te converteren naar versie 6. Deze conversie kan alleen uitgevoerd worden indien er, afgezien van de hierboven beschreven database-instellingen, geen andere instellingen in BPM Server Administrator zijn opgegeven én dat de gekozen database niet eerder gebruikt is door BPM Server. Raadpleeg Importeren versie 5 database voor meer informatie hierover.