Server proces

Onder dit tabblad kunnen u één of meerdere BPM Server processen worden gedefineerd. Ieder proces is een op zich zelf staande instantie van BPM Server en heeft in deze hoedanigheid geen contact met een ander proces van BPM Server.

Een serverproces wordt automatisch gestart door de Administrator Service.


De knoppenbalk


Pictogram

Beschrijving

Toevoegen van een nieuw serverproces

Wijzigen van het geselecteerde serverproces

Verwijderen van het geselecteerde serverproces

Herstarten van het geselecteerde serverproces

Sortering

Standaard is dit scherm oplopend gesorteerd op de kolom Omschrijving. Het is mogelijk om op elke willekeurige kolom te sorteren door op de kolomkop te klikken.

Na het klikken op een kolomkop verschijnt een indicator die aangeeft of het oplopend () of aflopend () gesorteerd is op de betreffende kolom.

Het serverprocesscherm

Indien een nieuw serverproces wordt toegevoegd of een bestaand serverproces wordt gewijzigd, verschijnt onderstaand scherm.


Geactiveerd

Met deze optie wordt aangegeven of een serverproces actief is.

Indien een serverproces niet actief is, zal geen enkele, aan dit serverproces gekoppelde, omgeving beschikbaar zijn. De taken in deze omgevingen zullen hierdoor ook niet worden uitgevoerd.


Indien een serverproces wordt uitgevoerd, zal in het hoofdscherm van de serverprocessen in de kolom PID (=process ID) een waarde worden vermeld.



Het vermelde PID is eveneens terug te vinden in het Taakbeheer-venster van Windows achter het proces bpm_server.exe.



Serverprocessen die niet geactiveerd zijn, krijgen uiteraard ook geen PID-waarde.

Omschrijving

De omschrijving van het serverproces. Bijvoorbeeld: "ServerProces 1" of "SP3".

Poortnummer voor client/server connectie

De communicatie tussen BPM Server en de BPM Server Client gebeurt op basis van IP/poort-nummer. Aangezien er meerdere serverprocessen aangemaakt kunnen worden op één BPM Server installatie, dienen de opgegeven poortnummers uniek te zijn.

Start geen nieuwe taken wanneer CPU

Hier dient een percentage ingevuld te worden. Indien de CPU van de machine waarop BPM Server draait, boven het opgegeven percentage komt, zal er geen nieuwe taak gestart worden. Dit voorkomt dat taken worden gestart als de server al zwaar belast is.


Indien er is ingesteld dat taken niet mogen worden gestart indien de CPU zich boven een bepaald maximum bevindt, zal er een waarschuwing worden verstuurd (in de fout-notificaties), indien dit ervoor zorgt dat er meer dan 15 minuten geen taken kunnen worden gestart. Deze functionaliteit geldt niet als de CPU op 100% wordt ingesteld.

Draai dit serverproces onder deze domein/gebruiker

Elk serverproces dient te draaien onder een gebruiker. Er kan worden gekozen om het serverproces onder dezelfde gebruiker uit te laten voeren als de Administrator Service draait. Hiervoor dient de optie Gelijk aan Administrator Service aangevinkt te worden. Indien het serverproces onder een andere gebruiker moet draaien, dient de optie uit te staan. In dat geval dienen de inloggegevens van deze gebruik ingevuld te worden.


De gebruiker die wordt ingevuld dient de volgende rechten te hebben:


  • Toegang tot internet, zoals bijvoorbeeld externe web services en mailservers.
  • Toegang tot (netwerk) bestandspaden welke door de taken benaderd moeten kunnen worden.
  • Toegang tot printers welke door de taken benaderd moeten kunnen worden.


Kortom, de ingestelde gebruiker dient alle rechten te hebben die nodig zijn om de gemaakte taken uit te voeren.


Via de knop Test aanmelden kan getest worden of de aanmeldgegevens van de opgegeven gebruiker juist zijn.